Communiceren is een kunst. Het begrijpen van een opmerking maakt nog al uit. Een opmerking als “ik werk voor die club” heeft zo zijn fiscale implicaties. Werk je als vrijwilliger, werknemer, directeur opdrachtnemer of zzp-er. Zo maar een paar varianten met een wereld van verschillen. En een fiscalist zal dus altijd doorvragen net als de inspecteur (ook een fiscalist).
De doorvragende inspecteur is op zijn best in een onderzoek bij de mensen thuis. Mensen thuis zijn vaak niet fiscaal geschoold en vertellen het zoals het is. Een fiscalist heeft dat graag. Met wat goede vragen krijg je vaak vrij snel boven tafel wat er nu echt aan de hand is en wat de fiscale consequenties zijn. Met enige mazzel kun je die consequenties nog wat verzachten of kun je aangeven dat men nu in alle onnozelheid bedoeld heeft en kun je de zaak nog ten goede keren. Maar dat is al mazzel hebben.
Het wordt juridisch feest als de inspecteur met mensen met enige kennis van zaken aan de slag zijn gegaan. De inspecteur verwacht dat men weet wat er aan de hand is en belanghebbende mag verwachten dat zijn adviseur weet wat de consequenties zijn. Dat is helaas niet altijd het geval. En dan wordt communiceren spannend.
Communiceren wordt spannend omdat vragen van de inspecteur beantwoord moeten worden. Althans dat denkt men vaak. De inspecteur mag evenwel alleen maar naar de feiten vragen. Op basis van de feiten zal hij moeten vaststellen of er adequaat aangifte is gedaan en meer niet. Wat is er gebeurd, hoeveel omzet heeft u gehad, wie heeft u in dienst, wat heeft daarvoor betaald? Dat zijn vragen van de inspecteur die u moet beantwoorden. De waarom vragen zijn een heel ander verhaal. Het motief van uw handelingen is volstrekt irrelevant voor de fiscale duiding. Als zaken in de administratie zijn opgenomen zijn ze gedaan met het oog op de onderneming, ander zitten ze niet in de administratie.
De waarom vragen worden wel opeens zeer relevant als er te weinig belasting is betaald. Dan is de waaromvraag bijzonder relevant bij het vaststellen van schuld. “Omdat mijn adviseur dat adviseerde” is een goede reden maar leidt tot de vraag waar dat uit blijkt. Een adviseur zal wellicht zeggen “de cliënt deed dat gewoon”. Waar de klant zich wellicht vrijpleit legt de adviseur zijn hoofd meteen op het hakblok. Hoewel de cliënt dat wellicht inderdaad gewoon deed is de opmerking niet relevant voor de belastingheffing. Dat is waar de belastingadviseur over gaat en verder is hij gehouden aan zijn geheimhoudingsplicht en met deze toch wat simpele mededeling heeft hij die geschonden.
Communiceren is een kunst. De inhoud is vaak wetenschap en het zijn de kleine dingen die je de das om doen.