Het gaat electronisch, dus is het sneller … maar makkelijker?

Halleluja! We gaan electronisch communiceren met de Belastingdienst. Staatssecretaris Wiebes heeft de Tweede Kamer verzocht het wetsvoorstel Elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst versneld af te handelen zodat deze al vanaf 1 oktober 2015 in werking kan treden. De bedoeling van dit wetsvoorstel is om de berichten wisseling met de belastingdienst goedkoper en makkelijker te maken. De grote vraag nu is of het allemaal écht makkelijker wordt voor de belastingbetaler.

Het streven van de staatssecretaris is dat alle correspondentie tussen de belastingbetaler en de belastingdienst uitsluitend elektronisch plaats gaat vinden. Belastingaangiftes gebeuren tegenwoordig al elektronisch maar dit voorstel betekent ook het einde van de blauwe envelop. Deze wordt vervangen door een mailbox die gelinkt zal zijn aan het persoonlijke digiD van de belastingbetaler. De communicatie zoals belastingaanslagen, beschikkingen en andere correspondentie zal straks uitsluitend via deze mailbox worden gevoerd.

Dit klinkt makkelijk en gunstig, echter zitten hier wel een aantal haken en ogen aan. Er is nog steeds een groot deel van de bevolking zonder e-mailadres of toegang tot het internet, dit zijn de zogenaamde digitaal- hulpbehoevenden. Deze mensen blijven afhankelijk van de ‘blauwe envelop’. De staatssecretaris meent echter dat deze mensen hulp moeten zoeken bij een familielid of vertrouwenspersoon. Deze vertrouwde persoon moet een machtiging ontvangen om de fiscale zaken van de digitaal-hulpbehoevende te regelen. Dit betekent wel dat op gedwongen wijze iemand anders vergaande bevoegdheden krijgt over de zaken van deze digitaal-hulpbehoevende. De vraag is of onze van privacy-regels dat toestaan.

Indien belasting niet of te laat wordt betaald kan de belastingdienst een boete opleggen. Het standpunt op dit moment van de belastingdienst is dat men verantwoordelijk is om zelf zijn post open te maken, hetzelfde uitgangspunt wordt genomen voor de mailbox, deze dient men dagelijks/wekelijks te checken op nieuwe berichten. Hier zit eenzelfde twistpunt als hierboven, niet iedereen heeft internettoegang of is zo gewend aan computergebruik dat dagelijks de mailbox wordt gecheckt. Hiermee riskeert men een fixe boete terwijl men niet eens weet dat er belasting betaald moet worden. Er zijn wel een paar uitzonderingen op voorgaande, bijvoorbeeld in het geval van minderjarigen onder de 14, mensen onder curatele en niet ingezetenen. Met hen zal de correspondentie nog wél schriftelijk plaatsvinden. De meeste belastingbetalers zullen zich echter digitaal moeten aanpassen.

De invoering van het systeem vindt plaats over een periode van één jaar, in eerste instantie zal de elektronische berichtgeving maar bij een paar belastingen verplicht worden gesteld. Daarnaast zal er in de beginperiode naast de e-mails ook nog schriftelijk worden gecorrespondeerd om de overgang wat makkelijker te maken voor de belastingbetaler. In de loop van het jaar zal voor steeds meer belastingen de elektronische berichtgeving verplicht worden gesteld. Men heeft dus tot oktober 2016 om zich aan te passen aan de nieuwe berichtgeving. De staatssecretaris laat er in ieder geval geen gras over groeien.

De voorgenomen regelingen die bedoeld zijn om het leven van zowel de belastingdienst als de belastingbetaler makkelijker te maken laten nog een aantal vragen onbeantwoord. De tijd zal leren of het einde van de blauwe brief echt is aangebroke of de dat het toch allemaal niet zo makkelijk is als de staatssecretaris graag zou zien.

(met dank aan co-auteur Richard Bierlaagh)